Weeën

De baarmoedermond moet zich openen, zodat je kind geboren kan worden. Daar zijn ontsluitingsweeën voor nodig. Die gaan over in persweeën, waardoor je je kind naar buiten kunt persen. Sommige vrouwen kunnen ook last hebben van voor- en/of naweeën.

Voorweeën

Al een aantal weken voor de bevalling kun je last krijgen van voorweeën. Voorweeën komen vaker voor bij vrouwen die voor een tweede of volgende keer zwanger zijn.

Meestal komen de voorweeën 's nachts opzetten, omdat de baarmoeder dan actiever is. Voorweeën zijn niet ondraaglijk, maar wel zo pijnlijk en vervelend dat je er niet van kunt slapen.

Het verschil met echte weeën is dat de intensiteit van de weeën niet opbouwt. De weeën worden niet sterker. Dit betekent dat voorweeën geen ontsluiting geven en dus niet het begin van de bevalling inluiden. De voorweeën kunnen wel net zo vaak komen als gewone weeën.

Wat vaak helpt tegen de krampen is een warm bad of een warme douche nemen, twee tabletten paracetamol van 500 milligram slikken en wachten tot de voorweeën afnemen. Als je je zorgen maakt omdat je wel erg veel voorweeën hebt of als ze heel pijnlijk zijn, bel dan je verloskundige voor advies.

Ontsluitingsweeën

De bevalling begint in de meeste gevallen met ontsluitingsweeën. Deze beginnen meestal vrij rustig en worden naarmate de bevalling vordert steeds regelmatiger en krachtiger. Ze zorgen ervoor dat de baarmoedermond langzaam opengaat.

Ontsluitingsweeën kunnen door je hele lichaam trekken: je buik, rug en bovenbenen. Ze zijn zeker aan het eind van de ontsluiting pijnlijk.

  • Een flinke ontsluitingswee kan een minuut aanhouden.
  • De weeën komen heel regelmatig, om de drie tot vier minuten.
  • Een wee is te vergelijken met een golf. Hij komt aanrollen, wordt hoger en hoger, en zakt op het hoogtepunt weer weg.
  • Vooral het hoogtepunt van de wee is pijnlijk. Daarna neemt de pijn weer snel af, tot de volgende wee.
  • Tussen de weeën door heb je rust, voel je geen pijn en kun je op adem komen.

Tegen het einde van de ontsluiting zijn de weeën het krachtigst. De baarmoedermond staat dan bijna 10 centimeter open. De verloskundige controleert regelmatig hoe ver de ontsluiting gevorderd is.

Wat te doen bij heftige ontsluitingsweeën?

Als de weeën heel heftig worden, is het moeilijker om je te ontspannen. Het lukt dan ook vaak niet meer om tot in je buik te ademen. Wat doe je dan?

  • Je kunt je weeën 'wegpuffen'. Adem diep in door je neus en adem uit in kleine, korte pufjes. Je blaast de lucht door je mond naar buiten.
  • Je kunt tijdens het wegpuffen een zinnetje voor jezelf opzeggen, in het ritme van je pufjes, bijvoorbeeld: 'Deze wee komt nooit meer terug.' Dit leidt de aandacht wat af van de pijn.
  • Je kunt ergens in knijpen, bijvoorbeeld een tennisbal, een kussen of de hand van je partner.
  • Soms helpt het om op het hoogtepunt van de wee hardop te tellen. Je telt de wee als het ware naar het einde toe.

Persweeën

Zodra je volledige ontsluiting hebt, krijg je persweeën en kan je baby beginnen aan de reis naar de buitenwereld.

Persdrang voelt net zo aan als een hevige aandrang om te poepen. Het is nauwelijks tegen te houden. Dit komt doordat het hoofdje van de baby steeds dieper komt. Het hoofdje drukt tijdens een wee op de anus. Dit geeft je het gevoel dat je moet poepen. Dat is dus wat je voelt bij persweeën.

Op een zwangerschapscursus leer je hoe je kunt persen, en de verloskundige vertelt het je natuurlijk ook, maar bij echte persdrang gaat het allemaal helemaal vanzelf en kun je het persen niet tegenhouden. Tussen de persweeën door zijn er pauzes, die lang genoeg duren om even op adem te komen en energie te verzamelen voor de volgende wee.

Einde van de bevalling

Tegen het eind van de bevalling is op het hoogtepunt van een perswee een stukje van het babyhoofdje te zien. Als de wee wegzakt, zakt ook het kind een stukje terug. Elke perswee stuwt het kind een stukje verder door het geboortekanaal. Het hoogtepunt van de uitdrijving is vaak ook het pittigst: een groot gedeelte van het hoofdje is te zien en glijdt niet meer terug. Dit kan heel pijnlijk zijn. Toch is het einde van de bevalling nu definitief in zicht. Nog een paar persweeën en de baby is er. Welkom op de wereld, kleintje!

Tijdens de bevalling kun je wat bloed verliezen. Dat komt door het opengaan van de baarmoedermond. Het is heel normaal en niet gevaarlijk.

Naweeën

De samentrekkingen van de baarmoeder na de geboorte worden naweeën genoemd. Deze kunnen ook nogal pijnlijk zijn. Naweeën zijn na tweede en volgende bevallingen vaak heftiger dan na de eerste bevalling. Je kunt de naweeën op dezelfde manier opvangen als de weeën tijdens de bevalling. Soms helpt een warme kruik. Bij heftige pijn kun je paracetamol nemen. Dat kan geen kwaad voor de borstvoeding. In de bijsluiter staat hoeveel paracetamol je veilig kunt innemen.

Je baarmoeder is tijdens je zwangerschap veel groter geworden. Nu is je baby eruit en moet je baarmoeder weer klein worden. Je verloskundige en kraamverzorgende controleren regelmatig of je baarmoeder goed samentrekt. Met platte vingers drukken ze vlak boven je navel op je buik. Zo voelen ze hoe groot je baarmoeder nog is. Borstvoeding geven zorgt er ook voor dat je baarmoeder samentrekt.

Je baarmoeder kan alleen goed samentrekken als je een lege blaas hebt. Plas daarom regelmatig, ongeveer elke drie uur. Ook na de bevalling moet je zo snel mogelijk plassen.

  • Doet het pijn, doordat de urine prikt? Giet dan een fles lauw water langs je vagina terwijl je plast, of plas onder de douche.
  • Lukt het niet om binnen zes uur te plassen? Bel dan je verloskundige.
Betrouwbare bron Opvoedinformatie Nederland zorgt er met ouders en deskundigen uit de wetenschap en praktijk voor dat deze informatie betrouwbaar en actueel blijft.
Heb je een vraag? Bel ons op 0341 – 799 909 of neem online contact op